Project feiten
Locatie: Vught
Uitdaging:
De opgave van dit project was het herbestemmen van de St. Petruskerk te Vught tot een multifunctionele accommodatie. Van dit project is het architectonisch ontwerp en het constructief ontwerp gemaakt. In de multifunctionele accommodatie worden een bibliotheek, het Vughts Historisch Museum, het Mik en de parochie (bewoners) gehuisvest . Het conceptuele uitgangpunt voor het programma is dat er een stad gebouwd wordt in de kerk, bestaande uit pleinen, straten en huizen. De pleinen zijn verspreid over de 5 verdiepingen. Elk plein is met een lift gemakkelijk bereikbaar. Elk plein heeft zijn eigen hoofdbewoner (Mik, Museum, Bibliotheek, parochie). Vanaf de pleinen zijn de verschillende functies (huizen) bereikbaar. Vanaf het hoogste niveau kan de bezoeker afdalen via één lange spiraalvormige ‘straat’ rondom een atrium. Dit atrium bevindt zich in het midden van de kerk. De route (straat) voert de bezoeker langs alle verschillende pleinen en functies (huizen). Een groot aantal ruimten heeft een geheel transparante wand, zodat bezoekers de vele verschillende activiteiten kunnen zien tijdens hun reis door het gebouw. De verdiepingen liggen splitlevel. Dit betekent dat de vloeren die tegenover elkaar liggen, een halve verdiepingshoogte ten opzichte van elkaar verspringen. Hierdoor hebben bezoekers zicht op twee andere verdiepingen. De ruimtelijkheid van de kerk wordt op deze manier ook meer behouden, dan wanneer de verdiepingen niet splitlevel liggen. Verder blijven een aantal zichtassen gehandhaafd en ook wordt het metselwerk en de schilderijen zo veel mogelijk in het zicht gelaten. De bestaande kerk wordt zoveel mogelijk intact gelaten. Op een aantal posities wordt een koppeling gemaakt met de bestaande kerk ten behoeve van de stabiliteit. De geheel nieuw te bouwen constructie is berekend met MatrixFrame 2D raamwerk. Bijzonder zijn de gebogen stalen liggers die zijn toegepast rond het atrium. Doordat de liggers gebogen zijn hebben de flenskrachten een radiale component. Deze component is naar binnen gericht waar de flens onder trek staat en is naar buiten gericht waar de flens onder druk staat. Deze radiale component kan berekend worden door de flenskracht te delen door de straal. Ook zijn de glazen loopbruggen die leiden naar de open werkplekken bijzonder.
Verder is een constructieve analyse, een architectonische analyse, een bouwkundige analyse en een bouwfysische analyse gemaakt van de bestaande kerk. Onder andere de daglichtfactor, de warmteweerstand en de nagalmtijd van de kerk zijn bepaald. De daglichtfactor onder de koepel is 3,2%. In Nederland streven we naar een daglichtfactor van minimaal 2% in de woningbouw. De dikke muren van de kerk zijn niet geïsoleerd. De Rc-waarde van de wandopbouw is 0,64 m²K/W. De nagalmtijd van de niet gerenoveerde kerk is ongeveer 2,2 seconden. Het kerkgebouw heeft een plattegrond in de vorm van een kruis, door de aanwezigheid van een dwarsbeuk (transept) tussen het schip en het koor. De kruising wordt bekroond door een houten koepel. Middenschip en zijbeuken worden gescheiden door een arcade met pijlers waarop rondbogen en spitsbogen rusten. Middenschip en zijbeuken hebben bakstenen kruisribgewelven. Het kruisribgewelf is een type gewelf op een vierhoekige basis met de ribben als dragende elementen. De krachten uit de (spits)bogen en de kruisribgewelven zijn schuin naar buiten gericht. Deze kracht kan ontbonden worden in een verticale kracht en een kracht schuin, die wordt opgenomen door de luchtboog. Door de massa van de steunbeer wordt deze schuine kracht als het ware ‘naar beneden gedrukt’, zodat de werklijn van de resultante van deze krachten binnen de doorsnede van de steunbeer blijft. Er treden hierdoor geen trekspanningen op aan de binnenzijde van de steunbeer. De steunberen zijn erop getoetst of de ontstane krachten binnen de steunbeer blijven. Dit zodat geen trekkrachten ontstaan in de metselwerk steunbeer. Ook is de steunbeer op kantelen en afschuiving getoetst.
Op een aantal plekken zijn scheuren ontstaan in het metselwerk. De wijdte van deze scheuren variëert van 2 mm tot 20 mm. De lengte van deze scheuren variëert van 0,6 m tot 8,2 m. Bijna alle scheuren bevinden zich in de bakstenen kruisribgewelven. Een aantal scheuren bevinden zich in de spitsbogen en rondbogen. In de gevel bevinden zich nauwelijks scheuren. Twee scheuren in de gevel zijn ontstaan doordat de scheuren uit rondboog en gewelf zich door hebben gezet in de gevel. Eén scheur bevindt zich tussen dakgewelf en gevel. Het herstel van een bestaande boogconstructie kan op verschillende manieren plaats vinden. Namelijk door middel van injecteren met mortel en of kunstharsen, waardoor de losse elementen weer samenhang krijgen en één geheel vormen. Of door het erop lijmen van kunststof wapening in de vorm van koolstofvezels en of een glasvezeldoek in hars. Er is wel speciale aandacht nodig voor de vorm, uitvoering en materiaal van de voegen, zodat de boogwerking intact blijft.